Plan

Blok 4, les 8, Maak een plan van aanpak

Van losse activiteit naar planmatig werken met een rol voor de handpop

Naam(Vereist)
Je ontvangt de antwoorden in jouw mailbox.

Plan van aanpak

Maak per doel een plan van aanpak.

1. Voor wie is het?

Voor wie is dit plan bestemd? Voor wie maak je het?
Naam kind:
Gebruik de + als je dit plan voor meedere kinderen maakt.
Wat is hun problematiek m.b.t. dit doel?
Omschrijf het kind eens
Ga je met meer kinderen werken? Gebruik dan de + om alle kinderen kort te omschrijven.
Op welke interessegebieden van het kind zou je in kunnen haken?
Iedereen heeft wel iets waar hij of zij heel blij van wordt en/of grote interesse in heeft. Je kunt dit gebruiken als ingang of insteek om de aandacht van het kind te krijgen en de relatie met het kind te verstevigen. Sta daar dus bij stil, dit zijn fantastische ingangen die jouw pop kan gebruiken.

2. Waar wil je naartoe?

In dit onderdeel beschrijf je wat welke doelen je wilt behalen met je plan, welke veranderingen je teweeg wilt brengen en op welke je dat kunt checken.
Wat wil je met het kind/de cliënt oefenen?
In welke (kleinere) stappen kun je dat opdelen?
Wat wil je een kind/cliënt rondom dit thema/onderwerp/doel meegeven?

3. Wanneer ga je dat doen?

In dit onderdeel beschrijf je hoe de planning van je plan er uit ziet.
Maak het concreet en specifiek. “in de loop van de ochtend” is te vaag. Met “direct na het eetmoment” of “tussen 10.00 – 10.15 uur” bepaal je een specifiek moment wat je vast kunt zetten in je dag- of weekplanning.
Laat me zien hoe je het hebt bedacht: welke dagen, welke tijden, welke termijn, etc.

4. VOORBEREIDING

Ik wil zien hoe je denkt en welke stappen je neemt.
Wat is je onderwerp/thema/situatie/emotie en welk babbelschema gebruik je?
Wat zijn positieve- en helpende zinnen die je daarbij kunt gebruiken?
Ik wil er minimaal 3
Wat kun en/of ga je verduidelijken met foto's of afbeeldingen?
Heb je een spel, materiaal of attribuut dat past bij dit onderwerp/deze situatie?
Wat stop je in je koffertje?
Waar ga je rekening mee houden?
Wat kan jouw activiteit belemmeren en hoe ga je daarmee om? (vanuit jouw pop gedacht)
Wat valt er voor het kind/de cliënt te beleven aan deze activiteit? Sluit dat aan bij de belevingswereld?

5. UITVOERING

Hoe ga je het doen? Ook hier wil ik zien hoe je denkt en welke keuzes je maakt.
Stap 1 – 3 van het babbelschema
Stap 4 van het babbelschema
Welke vragen en/of opdrachten heb je bij deze activiteit bedacht?
Hoe daagt jouw pop het kind (de kinderen of cliënten) uit om mee te doen?
Hoe stimuleert en ondersteunt jouw pop tijdens de activiteit?
Hoe sluit je de activeit af? Hoe laat je blijken dat er nog meer oefenmomenten gaan komen rondom dit thema/onderwerp/doel?
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Scroll naar boven